Sinds gisteren is er een richtlijn van de overheid met aanbevolen minimumleeftijden voor smartphone- en sociale mediagebruik en maximale schermtijd per dag om kinderen te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van telefoonverslaving en online gevaren. Een wet komt er nog niet en vooral de ouders zullen aan de bak moeten. Maar het is een begin met enkele duidelijke adviezen.
Staatssecretaris Vincent Karremans van Jeugd, Preventie en Sport heeft gisteren de beloofde Richtlijn gezond en verantwoord scherm- en sociale mediagebruik vrijgegeven. Deze richtlijn bevat adviezen voor ouders over de leeftijd waarop kinderen smartphones, berichten-apps en sociale media kunnen gaan gebruiken. Wetgeving is het (nog) niet, maar Karremans zegt dat hij blijft pleiten voor Europese wetgeving over de bescherming van kinderen online.
Steeds meer onderzoek toont aan dat overmatig gebruik van smartphones en sociale media schadelijke gevolgen kan hebben voor de psychische en lichamelijke gezondheid van kinderen. Slapeloosheid, angst, depressie, concentratieproblemen, bijziendheid, obesitas en slechte houding zijn enkele voorbeelden daarvan. De roep om maatregelen van het kabinet werd steeds luider, onder andere verwoord door honderdduizenden ouders en duizenden deskundigen via het platform Smartphonevrij Opgroeien.
De adviezen: leeftijd en schermtijd per dag
De Richtlijn gezond en verantwoord scherm- en sociale mediagebruik van het kabinet bevat drie duidelijke leeftijdsadviezen:
|
Met deze drietraps-raket wil het kabinet kinderen geleidelijk kennis laten maken met smartphones en sociale media apps. Ouders hebben daarbij een belangrijke rol om hun kinderen te begeleiden en wegwijs te maken in de soms verwarrende en gevaarlijke online wereld.
Er is gekozen voor deze leeftijden omdat een smartphone handig kan zijn voor kinderen op de basisschool voor navigatie (Maps) en om te bellen. Ze zijn dan bereikbaar als ze zelfstandig afspraken maken om te spelen.
In de eerste klas van de middelbare school kunnen ze onder begeleiding van hun ouders leren om te communiceren via chat-apps als WhatsApp en Signal. In de richtlijn worden dit sociale interactie platforms genoemd en uit onderzoek blijkt dat deze meestal geen negatief effect - en vaak zelfs een positief effect - op het welzijn van kinderen hebben.
Als kinderen 15 jaar zijn kunnen ze toegang krijgen tot sociale media apps als Instagram, TikTok en SnapChat. Dit worden in de richtlijn sociale media platforms genoemd en deze zijn verslavender en hebben bij overmatig gebruik vaak een (zeer) negatieve invloed op het welzijn van jongeren.
Ook over de hoeveelheid schermtijd per dag voor kinderen geeft de richtlijn adviezen:
|
Staatssecretaris scherpt adviezen van wetenschappers aan
Opvallend is dat staatssecretaris Karremans de adviezen uit het in zijn opdracht gemaakte wetenschappelijke rapport Richtlijn gezond schermgebruik 2025 heeft aangescherpt in zijn begeleidende brief aan de Tweede Kamer.
De onderzoekers van de Universiteit van Utrecht en de Vrije Universiteit pleiten in hun rapport voor een leeftijdsgrens van 13 jaar voor sociale media apps. Zij splitsen dat op in sociale interactief platform en sociale media platforms. Ouders zouden dan kinderen op 13-jarige leeftijd chat-apps kunnen toestaan en als zij eraan toe zijn ook toegang tot apps als TikTok, YouTube en Instagram kunnen geven. De leeftijdsgrens van 15 jaar wordt daarbij echter niet genoemd:
'Dus, een leeftijdsadvies vanaf 13 jaar voor sociale interactie platforms (bijv. WhatsApp) biedt een realistisch, pedagogisch verantwoord en uitvoerbare mogelijkheid om gezond sociale mediagebruik bij kinderen te stimuleren. Het stelt opvoeders in staat om kinderen actief te begeleiden in hun digitale ontwikkeling. Als kinderen digitaal vaardig en mediawijs zijn, kunnen ze met toestemming van opvoeders overstappen op andere sociale mediaplatforms.'
De staatssecretaris heeft gekozen voor de brugklas als startpunt voor het gebruik van sociale interactieplatforms en een duidelijke leeftijdsgrens van 15 jaar voor sociale media platforms. De brugklas is als markering van de overgang van basisschool naar middelbare school gekozen en niet een leeftijd omdat sommige kinderen 12 jaar zijn in de brugklas en anderen 13.
De onderzoekers leggen in het rapport duidelijk het verschil tussen de twee groepen sociale media apps uit:
'Sociale mediaplatforms vormen geen uniforme categorie; ze verschillen sterk in ontwerp, gebruiksdoel en impact op jongeren. Onderzoek toont aan dat sociale media platforms zoals TikTok, YouTube en Instagram aanzienlijk meer verslavende ontwerpkenmerken bevatten - zoals eindeloos scrollen, notificaties, likes en krachtige algoritmen-dan sociale interactie platforms zoals WhatsApp. Deze verslavende kenmerken zijn specifiek ontworpen om de gebruiksduur te verlengen en verhogen daarmee het risico op een sociale mediaverslaving bij jongeren (Montag et al., 2019). Daarnaast weten we uit onderzoek dat juist deze verslavende elementen, samen met schadelijke content, een overwegend negatieve impact op het welzijn van jongeren hebben, terwijl sociale interactie platforms overwegend een positief effect hebben (Van der Wal et al., 2025). Daarom is het belangrijk dat adolescenten eerst beginnen met sociale interactie platforms en later pas sociale media platforms gaan gebruiken, beide onder begeleiding van ouders.'
Opmerkelijk is verder dat de staatssecretaris in zijn begeleidende brief aan de Tweede Kamer alleen TikTok, Instagram en SnapChat noemt als sociale media platforms en de onderzoekers ook YouTube noemen. Of daar een gedachte achter zit is onduidelijk. Wat ons betreft is YouTube net zo verslavend en de algoritmes van Googles video-platform zijn eveneens gericht op 'steeds meer van hetzelfde in steeds extremere vormen'.
De staatssecretaris heeft gekozen voor de brugklas als startpunt voor het gebruik van sociale interactieplatforms en een duidelijke leeftijdsgrens van 15 jaar voor sociale media platforms
Ten slotte noemen de onderzoekers geen leeftijdsgrens voor het eerste gebruik van een smartphone door kinderen. Wat hen betreft gaat het om de online ervaringen en niet om het apparaat waarop dat gebeurt. De staatssecretaris wil echter hier ook een duidelijk handvat voor ouders bieden door de leeftijdsgrens van groep 8 te stellen.
Tot slot
Na bijna twintig jaar smartphones en sociale media raken we er steeds meer van doordrongen hoe verslavend deze apparaten en apps zijn. De Big Tech bedrijven die ze maken zijn erop uit om ons zolang mogelijk online te houden zodat zij meer geld verdienen aan advertenties. De algoritmes die ons aan het scherm moeten kluisteren geven ons steeds meer van hetzelfde (van wat zij denken dat wij interessant vinden) in steeds extremere varianten (zodat wij steeds langer online blijven).
Sociale media apps kunnen daardoor een verwoestende invloed hebben. Vooral jonge pubermeisjes raken verloren in een fuik van onrealistische ideaalbeelden en succesverhalen waarmee ze zichzelf vergelijken (nee, niet iedereen is zo dun, knap, succesvol, altijd goedgehumeurd en doet elke dag alleen maar leuke dingen). Het niet kunnen voldoen aan deze idealen kan leiden tot angst, depressie en erger. Daarnaast zorgen cyberpesten, seksuele intimidatie, filmpjes met gewelddadige of seksuele inhoud en andere online gevaren voor veel leed onder kinderen.
Wetgeving die de verslavende algoritmes en verwoestende verdienmodellen van Big Tech bedrijven beteugelt heeft de hoogste prioriteit
En ook als kinderen niet lijden onder deze negatieve gevolgen van sociale media dan is het nog zeer onwenselijk dat ze verslaafd zijn (bijna elke minuut van de dag op hun telefoon zitten), slecht slapen doordat ze uren liggen te swipen en zich niet meer kunnen concentreren op hun huiswerk. Daarom is het goed dat er een eerste stap is gezet om het telefoon- en sociale mediagebruik van kinderen te reguleren. Deze richtlijn van het kabinet is een begin dat als handvat kan dienen voor ouders. Extra wetgeving in Europees verband zou wenselijk zijn. En wetgeving die de verslavende algoritmes en verwoestende verdienmodellen van Big Tech bedrijven beteugelt heeft de hoogste prioriteit. Ook de moderatie van schadelijke inhoud - die nu wegbezuinigd is - zou weer verplicht moeten worden voor Big Tech bedrijven als Meta (Facebook, Instagram), Google (YouTube) en Bytedance (TikTok).
Tot die tijd kunnen ouders zelf het heft in handen nemen en iets doen voor het welzijn van hun kinderen met deze wetenschappelijk onderbouwde adviezen. Dat betekent dat ouders betrokken moeten zijn bij het ontwikkelen van 'digitale weerbaarheid en mediawijsheid' van hun kinderen. Ze moeten bijvoorbeeld:
- Duidelijke afspraken maken met hun kinderen over de leeftijd waarop ze een smartphone en bepaalde apps mogen
- Een maximale schermtijd per dag afspreken en instellen op hun telefoon/apparaten
- Helpen bij het instellen van de privacy-instellingen van sociale media apps (op privé zetten zodat vreemden niet kinderen kunnen benaderen)
- Jonge kinderen begeleiden bij hun eerste online stappen: wat is normale omgang met elkaar in appgroepen, ingrijpen en steunen als ze schadelijke filmpjes te zien krijgen
Reacties